Menu
Vereniging Trainingen Media VNVA events

Terugblik op de Domusdag 11 december 2021: de verovering van een mannenbolwerk

vrijdag 28 januari 2022

De jaarlijkse Domusdag is de bijeenkomst voor mensen die geïnteresseerd zijn in de geschiedenis van de geneeskunde. Evenals vorig jaar werden de presentaties online gehouden. Een groter publiek is daarmee bereikbaar en dat leverde vorig jaar de opmerking op waarom het alleen over oudere heren ging. Mart van Lieburg, emeritus hoogleraar medische geschiedenis, de nestor van deze bijeenkomst, heeft dat ter harte genomen en heeft voor dit jaar een programma samengesteld met aandacht voor feminisering van de geneeskunde en vrouwelijke artsen. Als VNVA hebben we daar een belangrijke bijdrage aan kunnen leveren.

In het ochtendprogramma, dat gepresenteerd werd vanuit het Trefpunt Medische Geschiedenis in Urk, gaf Mart van Lieburg een inleiding waarbij hij in vogelvlucht enkele belangrijke vrouwen in de geschiedenis van de geneeskunde noemde, zoals Catharina van Tusschenbroek.

Els Kloek, historica, vertelde over de totstandkoming van haar lexicon met 1001 vrouwen en het tweede deel daarvan, vrouwen in de 20e eeuw. Zelf was zij geïnspireerd geraakt door het besef dat de zichtbaarheid van vrouwen in de geschiedenis het beste tot zijn recht zou komen door aandacht te schenken aan individuele vrouwen. Op deze manier zijn er een aantal vrouwen opgenomen die binnen de gezondheidszorg hun sporen hebben verdiend, zoals Aletta en Charlotte Jacobs: de zus van Aletta was de tweede studente farmacie. Een ander voorbeeld was een vroedvrouw uit de 17/18ee eeuw, Catharina Schrader. Opvallend is dat het aanboren van vrouwelijk talent pas echt in de 20e eeuw plaatsvond en iedere vrouw daarbij muren moest slechten. Uit de 20e eeuw noemde zij bijvoorbeeld Els Borst, waar de volgende lezing over ging.

Nele Beyens, historica, heeft een mooie biografie over Els Borst geschreven. Daarin werd duidelijk dat zij het talent had, maar ook de kansen kreeg om zich te ontwikkelen tot de Grand Old Lady van de gezondheidszorg zoals wij haar kennen. Zij was zeker niet het boegbeeld van feminisme in haar beginjaren maar zij heeft wel haar idealen kunnen realiseren, al was dat niet zonder hindernissen. Voor Els Borst was haar omgeving steunend om door te kunnen groeien. Als bestuurder was zij duidelijk wel een baanbreekster en een rolmodel voor velen.

Marianne Joëls, hoogleraar neurobiologie, met (medische) geschiedenis als hobby, heeft een uitgebreid onderzoek gedaan onder twaalf vrouwen die als baanbreekster de top hebben bereikt en welke kwaliteiten daarin bepalend bleken te zijn. Dezelfde benadering heeft zij toegepast op de carrière van Aletta Jacobs. Belangrijke kenmerken zijn op de eerste plaats de karaktereigenschappen maar ook het netwerk en achtergrond die de kansen bepalen om verder te komen. Ook de steun van een partner was van groot belang. De belangrijke conclusie is dat er nooit sprake is van “een rechte weg omhoog”, noch bij Aletta noch bij de andere baanbreeksters.

In de middag was het spreekgestoelte voor een aantal prominente vrouwelijke artsen, waar wij als VNVA ook een hechte relatie mee hebben. Als voorzitter van de VNVA mocht ik de middagvoorzitter zijn, waarbij ik in mijn inleiding een schets van de VNVA over de afgelopen 90 jaar heb gegeven. De rol van de vereniging om spreekbuis te zijn voor vrouwenrechten in de geneeskunde werd daarbij zichtbaar.

Betty Meijboom-de Jong, emeritus hoogleraar huisartsgeneeskunde in Groningen, liet zien hoe de huisartsgeneeskunde veranderd was en daar de gelijkwaardige verdeling tussen mannelijke en vrouwelijke artsen tot stand is gekomen. Zij schetste daarbij de ontwikkelingen in het huisartsen vak die invloed hebben gehad op de mogelijkheden voor vrouwelijke artsen om te kunnen werken. Zij benadrukte daarbij dat deeltijdwerk een meerwaarde heeft, zowel voor vrouwen als voor mannen, omdat daarmee ruimte is voor andere activiteiten. Er bestaan helaas nog steeds verschillen in salariëring en carrière, die niet alleen aan deeltijd toe te schrijven zijn. Aandacht voor seksistisch gedrag en balans, maar ook het belang van netwerken noemde zij expliciet. Het is van groot belang dat de (huis)artsenprofessie een afspiegeling is van de samenleving en dat er equivalentie moet ontstaan ten aanzien mannen en vrouwen, maar ook in diversiteit.

Didi Braat, recent met emeritaat als hoogleraar gynaecologie en verloskunde, vertelde over hoe de ontwikkelingen waren tav feminisering binnen haar vakgebied. Na een heel geleidelijk begin, waarbij Catharina van Tussenbroek formeel als eerste vrouwelijke gynaecoloog geldt, is sinds 2000 het aantal vrouwelijke gynaecologen gestegen. Momenteel is 70% vrouw en binnen de opleidingsgroep 84%. Grote veranderingen zijn deeltijdwerken, wat binnen de opleidingsgroep vrijwel iedereen doet, maar ook de arbeidsvoorwaarden tav zwangerschapsverlof. De wenselijkheid van deze nieuwe verhoudingen staat geregeld ter discussie. Vrouwelijke artsen worden als meer empathisch en betrokken omschreven, maar met hen als rolmodel worden die eigenschappen ook bij de huidige mannen zichtbaar. De toegang tot de geneeskunde opleiding door middel van decentrale selectie bevoordeelt vrouwen. Het blijkt dat hierdoor juist opnieuw scheefgroei ontstaat en diversiteit wordt beperkt. Uit haar onderzoek blijkt de voorkeur van teams uit te gaan naar een gemengde samenstelling. Als een team helemaal uit vrouwen bestaat zou dat echter geen vragen moeten oproepen. Didi citeerde hierover Ruth Bader Ginsburg, rechter van het Hooggerechtshof van de Verenigde Staten en voorvechtster voor vrouwenrechten: die vraag werd ook nooit gesteld in de tijd dat een raad de alleen uit mannen bestond.

Toine Lagro-Janssen, emeritus hoogleraar Vrouwenstudies in de geneeskunde in Nijmegen, liet zien hoe er op wetenschappelijk gebied een grote kentering heeft plaatsgevonden in het denken over mannen en vrouwen. Door de begrippen sekse en gender toe te lichten wordt het proces beschreven van het model dat de vrouw slechts een gradueel verschillend soort man is naar het besef dat in elke cel sekse een rol speelt. Daarmee lijkt het verschil absoluut te zijn geworden, maar ook dat is weer betrekkelijk. Wat vooral ook speelt is dat bij gender de sociaal/culturele identificatie een grote rol speelt. In de afgelopen jaren heeft zelfbewustzijn van vrouwen, variërend van zelfbeschikkingsrecht, geweld tegen vrouwen en het besef van medicaliseren van bijvoorbeeld gynaecologische kenmerken gemaakt dat sekse specifieke zorg anders benaderd wordt. Er vindt steeds meer wetenschappelijke onderbouwing plaats over welke verschillen tussen vrouwen en mannen relevant zijn en dit leidt tot betere persoonsgerichte zorg.

Als laatste heeft Marith Volp de Domuslezing 2021 gehouden. Zij is voormalig voorzitter van de VNVA, oud Tweede Kamerlid en nu directeur volksgezondheid en zorg van het RIVM. In haar voordracht heeft zij Aletta Jacobs als leidraad had genomen. Door de parallellen te zoeken met haar eigen carrière legde zij de nadruk op de sociale betrokkenheid van Aletta Jacobs en hoezeer het van belang is dat artsen zich inzetten voor sociale misstanden. Aletta Jacobs heeft zich ook sterk gemaakt voor vrouwenkiesrecht, waardoor vrouwen op politiek niveau mede het beleid kunnen bepalen. Aletta formuleerde de betrokkenheid van vrouwelijke artsen als ”de vraag naar recht eist gevoel van plicht”. Ook vandaag de dag kunnen artsen op alle politieke niveaus bijdragen aan de collectieve zorg door de kennis vanuit de spreekkamer in te zetten voor de maatschappij.

De dag werd afgesloten met de voordracht door de voorzitter van de KNMG, René Héman, met de titel “Verschil moet er zijn”. Hij erkende dat als er gezocht moet worden naar een gelijkwaardige verhouding van vrouwen en mannen binnen de KNMG, zeker als voorzitter, de komende 90 jaar een vrouw aan het roer zou moeten staan. Het besef voor mannen voor hoe zij hun bolwerk gesloten hielden is er heel lang niet geweest omdat zij blind waren voor hun vanzelfsprekende positie. Vooroordelen zitten echter diep in ons brein verankerd en het vraagt inspanning om met een frisse blik naar de werkelijkheid te kijken. Door gebruik te maken van het potentieel van verschillen, zowel man als vrouw, etnische achtergrond, geaardheid of mobiliteit, creëren we de versterking die de toekomst nodig heeft.

Medisch Contact speelt ook een belangrijke rol bij de Domusdag en Bertho Nieboer, hoofdredacteur keek nog om naar hoe de inbreng voor vrouwen bij Medisch Contact in de afgelopen 75 jaar is geweest: met het besef dat er nog nooit een vrouwelijke hoofdredacteur is geweest valt daar nog veel te winnen voor vrouwen. Maar ze beginnen met een goed voornemen om vrouwen over het voetlicht te krijgen door middel van podcasts: Grand Old Lady in journalistiek, Ria Bremer, heeft het eerste interview opgenomen, samen met Herre Kingma, met Han Langemeier, anesthesist. De bedoeling is om een serie te produceren van Grand Old Ladies in de geneeskunde.

Het was een intensieve dag om online te volgen, veronderstel ik, maar een mooie gelegenheid om de positie van vrouwen in de geneeskunde te presenteren.

Lydia Ketting-Stroet

Wil je de lezing terugkijken? Klik hier voor meer informatie.

Domus dag
Deel dit via:
Naar overzicht
Sluiten
X Zoek