Menu
Vereniging Trainingen Media VNVA events

Bujumbura, 27 oktober 2018

Hoewel ik onlangs heb besloten de Commissie Corrie Hermann Prijs van de VNVA te verlaten, of misschien juist wel daarom, vertel ik graag iets over mijn activiteiten als psychiater. Het ontbreekt mij helaas aan actuele wetenschappelijke betrokkenheid en tijd om nog adequaat te kunnen bijdragen aan het werk van de commissie.

Na mijn opleiding tot psychiater (VU, 1982) en psychotherapeut (IMP, on analytic lines, 1983) werkte ik tot 1991 in het sociale en forensische veld, de laatste vijf jaren als directeur van een instelling. Naast patiëntenzorg was ik hierna tot 2000 actief als bestuurder in de GGZ in Amsterdam, in een roerige periode waarin patiënten in het toenmalige tijdsbeeld van de duinen naar stad verhuisden, hetgeen nog leerzamer was dan de verschillende managementopleidingen die ik volgde. Na nog drie als bestuurder in de algemene ziekenhuiswereld in combinatie met patiëntenzorg bij Defensie, nam mijn affiniteit met sociale psychiatrie door de boeiende problematieken van veteranen en actieve militairen verder toe. Vooral de mogelijkheden om de gevolgen van psychotrauma’s te behandelen hadden mijn aandacht. Ik besloot mij volledig te gaan richten op dit werkveld, ook met de in vakanties ontstane gedachte om ooit regelmatig in de Derde Wereld actief te zijn. Uitvoerend werk zou dit laatste wel mogelijk maken, terwijl je als bestuurder niet te vaak wegkunt en de accreditatieverplichtingen als medisch specialist toch al veel tijd buiten de deur vragen. Ik bleef als psychiater bij Defensie werken en ging daarnaast in multicultureel verband niet-westerse migranten, asielzoekers en westerse expats behandelen, die allemaal vele psychotrauma’s kenden. Ook zag ik ‘gewone’ Nederlandse volwassen en jeugdige patiënten, die ook allemaal hun eigen cultuur, traditie en problematiek hebben. Ik bleef overigens nog jarenlang toezichthouder en vertrouwenspersoon in de zorg, bij Defensie en bij de politie. Ook volgde ik een opleiding bij Artsen zonder Grenzen.

Toen onze drie kinderen zelfstandig werden en de jongste ten slotte op het punt stond de deur uit te gaan, ben ik in 2007 voor het eerst een paar weken als vrijwilliger in het Grote Merengebied in Afrika gaan werken, in het bijzonder in Burundi, een land in een gewapende vrede; een activiteit die zich in de jaren hierna drie keer per jaar herhaalde via verschillende Nederlandse en Belgische organisaties. Ik werd ook verschillende malen uitgezonden naar o.a. Rwanda, Congo, Kenia en Malawi om les te geven en audits te verzorgen. Het is steeds weer een uitdaging om medische studenten, artsen en andere zorgverleners in hun eigen context, aan een universiteit of in een humanitaire omgeving zoals een vluchtelingenkamp, op te leiden - elk op hun eigen niveau, in het Engels of het Frans - waarbij de diagnostische regels vanuit historische Amerikaanse of Europese banden, ondanks de DSM IV en 5, nogal eens kunnen verschillen. De vertaling van psychotrauma’s naar gedragsstoornissen, ptss, psychoses of stemmingsstoornissen in een gegeven context kan zeer verschillend zijn, een onderbelicht fenomeen in de psychiatrische zorg in multicultureel Nederland. Inzicht in culturele verschillen in etiologisch denken over ziektes en gedragsproblemen vormt een basis voor het helpen realiseren van grotere zelfredzaamheid en integratie van mensen die gestigmatiseerd zijn geraakt in hun eigen omgeving.

Nadat er in Burundi een sociaal-politieke crisis was ontstaan, de Europese Unie het land geen financiële steun meer bood en de organisaties die mij uitzonden niet meer naar Burundi gingen, ben ik er structureel driemaal per jaar twee maanden gaan werken, nog steeds als vrijwilliger en op eigen kosten. In mijn periodes in Nederland werk ik betaald in de sociale psychiatrie, bijvoorbeeld bij de crisisdienst, intensive home treatment of acute opnameafdelingen. Nederland heeft ongeveer 3700 psychiaters. Burundi heeft op een populatie van elf miljoen inwoners nu eindelijk twee psychiaters. Mijn twee Burundese collega’s zijn opgeleid in Senegal, waar een AIOS vijf jaar zonder salaris werkt en collegegeld moet betalen. Medische studenten in Burundi krijgen nauwelijks colleges psychiatrie en geen stage in de psychiatrie.

In 2014 hebben mijn man en ik samen met vrienden Stichting Kennis zonder Grenzen opgericht om internationale en lokale kennisoverdracht in Burundi te bevorderen ten behoeve van een grotere individuele en collectieve zelfredzaamheid in het straatarme vergeten land Burundi. Wie de cijfers van de WHO over de extreme armoede in Burundi niet zou geloven, hoeft het bergachtige land maar één keer door te rijden om te zien wat armoede is, terwijl de bevolking zonder moderne werktuigen druk bezig is om de kleine landbouwveldjes op de heuvels te bewerken. Een gezin leeft van gemiddeld één dollar per dag en banen zijn schaars; ondervoeding is ernstig en leidt tot veel ziektes inclusief schizofrenie; kindersterfte is nog altijd hoog; het suïcidepercentage is hoger dan het bekende hoge percentage in Japan; enz.

Stichting Kennis zonder Grenzen heeft geen kerkelijke binding, is onafhankelijk en heeft de ANBI-status (dit wil zeggen dat voor donaties de Nederlandse fiscale aftrekregels gelden). De activiteiten van de stichting in Burundi spitsen zich toe op

  • kennisoverdracht in de GGZ in brede zin, vanuit het enige psychiatrische ziekenhuis in het land;
  • stimuleren van de decentralisatie van psychiatrische en psychosociale hulpverlening door opleidingen (o.a. volgens de WHO-methode mhGAP) en supervisiemogelijkheden te creëren;
  • bevorderen van mogelijkheden tot specialisatie van artsen;
  • bevorderen van een curriculum psychiatrie in de opleiding van medisch studenten;
  • ondersteunen van preventiecampagnes en destigmatisatie van GGZ-problemen, inclusief psychosociale problemen en comorbiditeit bij onder andere HIV, aids en malaria;
  • bevorderen van de invoer van voldoende en betrouwbare psychofarmaca en het verbeteren van laboratoriumtesten;
  • ondersteunen van een banenproject voor kansarme jongeren via lokale opleidingen tot bakker.

De opleidingen in de GGZ richten zich op medisch geschoolden met een professionele baan, waar patiënten al naartoe komen voor algemene zorg. Het banenproject richt zich op straatjongeren, die na begeleiding en scholing meestal alsnog geen baan en dus geen bestaanszekerheid hebben, zodat ze kwetsbaar blijven. Daarom volgt er na deze opleiding een baan met een salaris. Op motivatie geslecteerde groepen van elk zeven meisjes en zeven jongens, die zijn opgevangen in Burundese pleeggezinnen, krijgen lessen in de technische aspecten van een oven die zij zelf bouwen, hygiëne, broodproducten en cakes bakken, inkoop, voorraadbeheer, boekhouding, bedrijfsvoering, personeelsbeleid, samenwerken, vergaderen, marketing, enz. Na de plaatselijke opleiding starten zij een eigen coöperatieve bakkerij, die daarna nog een jaar wordt gesuperviseerd. Elke jonge bakker krijgt ook een zorgverzekering. Na het startbudget hoeft er geen geld meer bij, want de bakkerijen draaien goed. Een broodje kost 1 tot 3 eurocent en is betaalbaar voor de heuvelbewoners. Het vermogen van een bakkerij is na een jaar gemiddeld verzesvoudigd, waardoor de jaarlijkse zorgverzekeringen en investeringen voor innovaties zelfstandig worden betaald. Ook zetten de bakkerijen een gezamenlijk banksysteem op, zodat nieuwe bakkerijen kunnen lenen en sneller kunnen investeren, zonder dat zij 26% rente hoeven te betalen zoals bij microkrediet het geval is. Inmiddels wordt de negende bakkerij in de bergen voorbereid. Het extra resultaat van de verbeterde sociale en psychische situatie van de jonge bakkers is dat er meer en veelzijdigere voeding beschikbaar komt en dat door het benutten van hun omzet ook andere voedingsproducten kunnen worden ingekocht. Door donaties heeft de stichting de kans om nog meer bakkers op te leiden. Het doel is twintig bakkerijen, omdat zij met dit aantal in staat zijn elk jaar zelfstandig één nieuwe bakkerij te beginnen.

Ik wens de vrouwelijke artsen in Nederland, de VNVA, de commissieleden en de met de Corrie Hermann Prijs bekroonden alle goeds en veel succes met hun zinvolle bezigheden in de wetenschap en hun medisch uitvoerende werk. En uiteraard past een woord van lof voor Corrie Hermann zelf.

Met hartelijke groet,

Amy Besamusca – Ekelschot

Sluiten
X Zoek