Menu
Vereniging Trainingen Media VNVA events

Zorg internationaal, 20 juni 2019

Na een intensieve tijd in Burundi was ik voor een tijdje terug in Nederland. Op vakantie, zeggen de Burundezen, maar ik houd ondertussen mijn kennis en ervaring op peil in een Nederlands psychiatrisch ziekenhuis. Ik wilde bovendien bij mijn familie zijn, omdat mijn schoondochter op alle dagen liep. Op een dag die mooi begon belde mijn oudste zoon R. een onheilstijding door: onze tweede zoon J., de aanstaande vader, had een ernstig ongeluk gehad in België. Mijn man en ik reden direct naar het ziekenhuis in Luik, waar J. bij onze aankomst nog op de OK lag. Toen hij na de operatie was bijgekomen en ons zag, was zijn eerste vraag: “Waar is H.?”

Toen ik jong was had ik de gewoonte om me bij een dergelijke begroeting door vrienden van mijn partner beledigd om te draaien en te vertrekken. Maar die scherpe kantjes zijn er allang af en bovendien was het in dit geval de meest legitieme vraag die J. kon stellen. H. is zijn vrouw. “R. is met haar onderweg hierheen,” antwoordde ik dus en ik zag dat het hem geruststelde. Hij had veel pijn en was kortademig en nog wat sloom. “Niemand spreekt hier Nederlands of Engels,” zei hij, “en ze vertellen van tevoren niet wat ze gaan doen.” Zo was hij dus pijnlijk van brancard naar bed naar brancard gesleept en was er links en rechts in hem geprikt, zonder dat hij wist hoe en wat. Mijn Frans en medische kennis kwamen van pas. De Luikse arts was vriendelijk en erg blij dat ze haar spanning met iemand kon delen. Ik kreeg uitleg over ‘het dossier’. Het was niet best. L1 lag aan gort, van andere wervels waren veel stukken afgebroken en in de ribben zaten pakweg 20 fracturen zodat het allemaal losse fragmenten waren. Verder had J. een pneumothorax en een longcontusie, wat aan zijn zwakke ademen te merken was. L1 was nu verticaal met pennen gefixeerd en horizontaal voorzien van een aantal schroeven. De mobiliteitsprognose was ongewis, maar er was geen neurologische uitval. Behalve het na-effect van de narcose werkten zijn hersenen goed en dit klopte met de bijpassende scan. De uitdrukking ‘een geluk bij een ongeluk’ kon J. niet tot een glimlach verleiden. Toen H. arriveerde en met haar 38 weken omvang naar de IC waggelde, voelden we ons allemaal alleen maar triest. Ook onze jongste zoon kwam naar Luik, met spullen voor J. en H. Alle kleding van J. was in het ziekenhuis spoorloos verdwenen. H. mocht niet bij J. in het ziekenhuis overnachten. Er werden door R. hotelkamers geregeld en in de dagen erna was er een wisselende familiebezetting steeds in de nabijheid van H. en J. Een PCA-pomp of epidurale pijnstilling kwam in het verhaal niet voor. Dat op de IC het raam openstond, net als de binnendeur, en het er tochtte, terwijl het bezoek van een andere patiënt uitgebreid diens haar zat te knippen met een keukenschaar, duidde ook op van de Nederlandse norm afwijkende protocollen.

Inmiddels was het de verpleging in Luik wel duidelijk dat ze vooraf moesten vertellen wat er ging gebeuren. Na twee dagen werd het conservatieve beleid voor de long omgezet in een drain, waar twee liter bloed uit kwam. Toen ging het ademen beter en kon worden nagedacht over vervoer naar Nederland. Daar was al een ziekenhuisbed gereserveerd in een isolatiekamer, vanwege het MRSA-protocol. Behalve het rollen van de brancard over de hobbelige straatsteentjes bij de ambulance-ingang in Luik, verliep de repatriëring goed. De MRSA-tests waren negatief. H. verdeelde haar tijd tussen J. en de controles voor de ongeboren baby, maar natuurlijk steeg haar bloeddruk en kwam inleiden van de bevalling aan de orde. Uiteindelijk lagen H. en J. allebei in een bed in ‘hun’ verloskamer in het ziekenhuis en ze werden er samen liefdevol verzorgd. Elke te nemen beslissing werd eerst aan ze werd voorgelegd. Hun dochter kwam gezond ter wereld met een ongeplande sectio na een ingewikkelde bevalling. Een aantal dagen later mochten ze alledrie naar huis, met kraam-, thuis- en mantelzorg; de jonge ouders allebei nog aan de oxycodon.

Daar reden we dan door het ziekenhuis, met twee rolstoelen en een Maxi Cosi naar de parkeergarage, want ambulancevervoer als zorg op maat kon niet worden geïndiceerd. Er was geen in- en uitstap plaats, dus we zetten de auto bij de liftuitgang. Andere auto’s konden er wel langs, maar het in de auto stappen van twee niet mobiele volwassenen, inklappen van de rolstoelen en inladen van de bagage met passen en meten nam uiteraard wat tijd en ruimte in beslag. Opmerkelijk dat andere automobilisten die drie minuten niet konden wachten, heftig optrokken terwijl het gas uit hun uitlaat recht in het snoetje van de baby belandde en één auto zelfs vanuit parkeerstand met een boze blik bijna onze auto ramde. Als mijn man geen klap op het dak had gegeven, was een aanrijding een feit en de chaos compleet geweest en had de baby op de grond gelegen. Misschien hadden die mensen haast, was hun eigen kind gewond geraakt bij een ongeluk of was hun huis afgebrand; je weet het nooit. In Burundi zou dat anders zijn gegaan. Daar zouden mensen uit hun auto zijn gestapt en naar de baby zijn komen kijken om haar en de ouders alle goeds en veel blijheid te wensen en het nieuwe leven te vieren.

De reis naar het gehuurde hoog-laag-bed thuis was er een over een denkbeeldige rode loper voor het jonge gezin. Het eerste dat J. en H. thuis deden was de oxycodon afbouwen en zich richten op hechtingen verwijderen en borstvoeding. Ontstoken hechtingen waren klein leed.

Inmiddels ben ik weer in deeltijd aan het werk in Nederland, want bevoegd en bekwaam vallen nu wel weer samen. Ik lobby ook weer verder voor het budget voor de volgende trainingen in Burundi en bereid me voor op het internationale congres over medische zorg en psychosociale steun in postconflict landen. Maar vandaag ben ik vrij en kon ik jullie laten weten waarom er even geen blogs waren. Van onze kleindochter hebben we een volgende bakkerij voor de straatkinderen in Burundi gekregen, haar eerste cadeau.

Tot de volgende keer, dan schrijf ik weer over Burundi. Nu ga ik eerst de baby een kusje brengen.


- Amy Besamusca – Ekelschot

Sluiten
X Zoek