Menu
Vereniging Trainingen Media VNVA events

Hedwig Vos - 26 juni 2014

donderdag 26 juni 2014

Op 26 juni jl. Promoveerde VNVA-lid en huisarts Hedwig Vos op het onderwerp ‘Risk factors in women’s health in different stages of life’. Meerdere VNVA leden woonden deze zitting bij. Het onderzoek van Hedwig bracht meerdere interessante punten aan het licht, die nuttig zijn om te weten bij het opzetten van preventie-programma’s.

Preventie door middel van passieve case finding is goed toepasbaar bij vrouwen in de huisartsenpraktijk en er bestaat minder noodzaak voor een proactieve strategie bij vrouwen vergeleken met mannen. Vrouwen, en in het bijzonder zij die een hoog risico lopen op leefstijlgerelateerde aandoeningen, consulteren frequent hun huisarts. Er zijn verschillende aangrijpingsmomenten voor preventie mogelijk bij vrouwen bijvoorbeeld op jonge leeftijd bij anticonceptie gebruik, preconceptie advies, zwangerschapsgerelateerde complicaties en op latere leeftijd screening baarmoederhalskanker en perimenopauzale klachten. Onder de rokers zijn vrouwen ook beter bereikbaar voor preventieve acties door middel van case-finding dan mannen. Rokende vrouwen consulteren hun huisarts significant vaker dan niet-rokende vrouwen, terwijl bij mannen het omgekeerde het geval is.

Preventieve gezondheidsprogramma’s gericht op jonge, vrouwen gericht op de toekomstige consequenties van hun leefstijl zullen meer effectief zijn dan gericht op huidige ervaren gezondheid. En premenopauzale vrouwen met een lage sociaaleconomische status, die er gemiddeld een ongezondere leefstijl op nahouden, komen net zo vaak bij de huisarts als vrouwen met een hogere sociaaleconomische status.

Politieke keuzes om preventie en wetenschappelijk onderzoek hiernaar in tijd en geld te faciliteren zijn essentieel Omdat hiermee de belangrijkste barrieres voor implementatie van preventie, namelijk de combinatie van onzekerheid over vergoeding en het gebrek aan wetenschappelijk bewijs, worden weggenomen.

Hedwig Vos: Op 26 juni 2014 verdedig ik mijn proefschrift getiteld: “Risk factors in women’s health in different stages of life”. Dit proefschrift heb ik geschreven met de begeleiding van mijn promotoren Toine Lagro-Janssen en François Schellevis en Miriam de Kleijn als co-promotor.

Ik ben begonnen met het onderzoeken wat risico’s zijn van vrouwen in verschillende levensfases, vanuit een huisartsenblik en vanuit preventief opzicht. Vrouwen komen bij de huisarts, meer dan mannen. Het eerste onderzoeksdoel was dus om te kijken of de groep vrouwen die bij de huisarts komt ook daadwerkelijk een groep is die een hoog risico heeft op leefstijlgerelateerde aandoeningen om zo een antwoord te kunnen geven op de vraag of preventieprogramma’s gender sensitief moeten zijn.

Het blijkt dat vrouwen vaak bij de huisarts komen, en dat vrouwen met een hoger risico, namelijk zij die roken, nog vaker bij de huisarts komen. Dit in tegenstelling tot mannen, bij wie dit juist omgekeerd is: mannen komen al minder bij de huisarts en rokende mannen nog minder.

Het tweede doel was om te kijken naar barrières en bevorderende factoren voor de implementatie van preventie in de huisartsenpraktijk. Dit omdat selectieve preventie van hart- en vaatziekten in de huisartsenpraktijk nog lang niet overal geïmplementeerd is, terwijl andere preventieprogramma’s, zoals de griepvaccinatie en screening van baarmoederhalskanker in het verleden wel succesvol geïmplementeerd zijn. In een zogenaamd witness seminar hebben we gekeken wat er voor gezorgd heeft dat eerdere programma’s wel geïmplementeerd zijn en dat de preventie van hart- en vaatziekten hapert.
Tot slot hebben we gezocht naar aangrijpingspunten om met preventie aan de slag te gaan bij vrouwen in de huisartsenpraktijk. Want vrouwen komen vaak bij de huisarts en rokende vrouwen nog vaker, dus het consult bij de huisarts kan goed gebruikt worden voor preventieve activiteiten, zoals leefstijladvies en preventieve metingen zoals bloeddruk meten. We hebben gezocht naar momenten of klachten die een goede opening kunnen bieden voor preventie omdat de klacht een reden kan zijn voor een verhoogd risico. Voorbeelden zijn zwangerschapsgerelateerde klachten zoals zwangerschapshypertensie en –diabetes, maar ook overgangsklachten zoals opvliegers. Een andere goede opening voor preventie is bijvoorbeeld een zwangerschapswens of de vraag naar anticonceptie. Tot slot zijn het uitstrijkje in het kader van de screening voor baarmoederhalskanker en consulten waarbij sprake is van multimorbiditeit en polyfarmacy, vooral bij oudere vrouwen, geschikte momenten.

Tijdens het schrijven van mijn proefschrift heb ik veel steun ervaren van de VNVA. Ten eerste was het bij de VNVA tijdens een ALV dat ik Toine Lagro leerde kennen, wat leidde tot dit promotie-onderzoek. En het witness seminar is financieel mogelijk gemaakt door de VNVA vanwege een bijdrage uit het Hilly Roever-de Bonnet fonds, waarvoor veel dank. Het winnen van de Corrie Hermann prijs een hele grote motiverende invloed gehad. Alle interviews hielpen mij te focussen op wat ik aan het onderzoeken was. En het symposium zelf gaf mij praktische input, die ik mee kon nemen in mijn onderzoek. Maar ook gaf alle aandacht een directe feedback op de relevantie van wat ik aan het onderzoeken was. Preventie is belangrijk, preventie bij vrouwen al helemaal en de rol van de huisarts is onmisbaar, mits de huisarts wel in staat wordt gesteld om tijd vrij te maken voor preventie. En een heel leuk en voor mij heel praktisch gevolg van de prijs, want het is toch best een uitdaging, al die ballen in de lucht, was een coachingstraject dat mij werd aangeboden door VNVA-coach Marianne de Roos-Norden, waarin ik heb geleerd om na te denken over wat ik wil bereiken, maar ook hoe en waarom. Erg waardevol en nuttig.

Fotograaf: Gerard Verschooten
Deel dit via:
Naar overzicht
Sluiten
X Zoek